Lees hoe de toerenteller werkt
Een toerenteller is een apparaat dat is ontworpen om de rotatiesnelheid van verschillende onderdelen in motoren en andere mechanismen te meten. Het berekent omwentelingen per minuut (RPM). De toerenteller meet en bewaakt ook de belasting limieten om het toerental te verlagen of te verhogen, zodat de motor of het mechanisme binnen zijn optimale parameters werkt.

Wie heeft de toerenteller uitgevonden en wanneer?
De toerenteller is uitgevonden door de Duitse ingenieur Dietrich Uhlhorn in 1817. Zijn uitvinding was een speciaal apparaat dat de middelpuntvliedende kracht meet. Vanaf 1840 wordt dit apparaat gebruikt in locomotieven en later in auto's en andere voertuigen.
Gebruik
De toerenteller wordt gebruikt in mechanismen waarbij het noodzakelijk is om het toerental nauwkeurig te volgen om de gevolgen van overbelasting te vermijden. Slimme automobilisten gebruiken toerentellers om te weten wanneer ze moeten schakelen en om de belasting van de motor te beheersen, waardoor de levensduur van hun voertuigen wordt verlengd.

Waar bestaat de toerenteller uit en hoe werkt hij?
De Tachometer 3D-puzzel uit de STEM Lab-collectie van UGEARS is een volledig operationeel doe-het-zelf houten model van een toerenteller, klaar om in elkaar te zetten. Wanneer aan de hendel wordt gedraaid, wordt de beweging overgebracht, waardoor het toerental wordt verhoogd en de dubbele gewichten in de centrifugaal eenheid worden verplaatst. Hoe hoger het toerental, des te meer middelpuntvliedende kracht de gewichten verplaatst en een beweegbare as naar het vliegwiel beweegt. Een wijzerplaat is op de as bevestigd; hoe meer de as verschuift (hoger toerental), hoe meer de pijl van de wijzerplaat afbuigt, wat wijst op een hogere rotatiesnelheid.

Verbind de toerenteller met de variator en creëer een nieuw mechanisme
Het Variator-Tachometer-systeem toont de directe relatie aan tussen de overbrengingsverhouding van een versnellingsbak en het toerental.
Wanneer aan de hendel van de Variator wordt gedraaid, wordt de beweging via het verloopstuk overgebracht op de kegelvormige aandrijfpoelie. De rotatie van de eerste kegel wordt dan via de riem overgebracht op de andere kegel, de aangedreven riemschijf. Wanneer het pedaal dat aan de behuizing is bevestigd, wordt ingedrukt, verschuift het de vork die de riem vasthoudt, waardoor de rotatiesnelheid van de aangedreven poelie verandert. Wanneer de toerenteller aan de variator is bevestigd, wordt de veranderende rotatiesnelheid van de aangedreven poelie van de variator overgebracht op het verloopstuk van de toerenteller. Dit zal op zijn beurt de middelpuntvliedende kracht op de gewichten vergroten of verkleinen, waardoor de as met vliegwiel verschuift. Door de as te verschuiven, wordt de indicator op de wijzerplaat naar een hogere of lagere waarde afgebogen. Op deze manier zien we dat veranderingen in de overbrengingsverhouding in de Variator het toerental van de bijgevoegde toerenteller wordt verhoogt of verlaagt.